|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: [+Gen.]
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!
Niederländisch-Deutsch-Wörterbuch: [+Gen.]

trotz [+Gen., auch +Dat.]
ondanks {prep}
ongeacht {prep}
in weerwil {prep}
wegen <wg.> [+Gen., ugs. auch +Dat.] [aufgrund]
wegens {prep}
vanwege {prep} [wegens]
laut <lt.> [+Dat., auch +Gen.] [gemäß]
volgens {prep}
hinsichtlich [+Gen.]
qua {prep}
inzake {prep}
aangaande {prep}
ten aanzien van {prep} <t.a.v.>
dank [+Gen., +Dat.; im Pl. meist mit Gen.]
dankzij {prep}
bezüglich [+Gen.] <bez.> <bzgl.>
omtrent {prep} [betreffende]
aangaande {prep}
met betrekking tot {prep} <m.b.t.>
aufgrund [+Gen.]
vanwege {prep} [wegens]
wegens {prep}
angesichts [+Gen.]
gezien {prep}
ungeachtet [+Gen.] [geh.]
ondanks {prep}
ongeacht {prep}
in weerwil {prep}
wegen <wg.> [+Gen., ugs. auch +Dat.] [bezüglich]
inzake {prep}
ten aanzien van {prep} <t.a.v.>
ten opzichte van {prep} <t.o.v.>
met betrekking tot {prep} <m.b.t.>
inklusive [+Gen.]
inclusief {prep}
mittels [+Gen.]
middels {prep}
met behulp van {prep}
door middel van {prep}
bezüglich [+Gen.] <bez., bzgl.>
inzake {prep}
innerhalb [+Gen.]
binnen {prep}
zufolge [nachgestellt +Dat., seltener vorangestellt +Gen.]
volgens {prep}
laut <lt.> [+Dat., auch +Gen.]
blijkens {prep}
seitens [+Gen.]
vanwege {prep} [uit naam van]
anlässlich [+Gen.]
naar aanleiding van
ter gelegenheid van iets
anstatt [+Gen., veraltet od. ugs. auch +Dat.]
in plaats van {prep} <i.p.v.>
anstelle [+Gen.]
in plaats van {prep} <i.p.v.>
beiderseits [+Gen.]
aan weerszijden van {adv}
einschließlich [+Gen.]
inclusief {prep}
halber [nachgestellt + Gen., geh.: wegen]
omwille van {prep}
infolge [+Gen.]
ten gevolge van {prep} <t.g.v.>
kraft [+Gen.]
krachtens {prep}
mangels [+Gen.]
bij gebrek aan {prep}
namens [+Gen.]
namens {prep}
statt [+Gen., veraltet od. ugs. auch +Dat.]
in plaats van {prep} <i.p.v.>
vermöge [+Gen.] [geh.]
krachtens {prep}
wegen <wg.> [+Gen., ugs. auch +Dat.] [um ... willen]
omwille van {prep}
zugunsten [+Gen., seltener +Dat.]
ten gunste van {prep}
zugunsten [+Gen., seltener nachgestellt +Dat.]
ten behoeve van {prep} <t.b.v.>
jdn. etw.Gen. beschuldigen
iem. beschuldigen van iets {verb}
jdn. etw.Gen. bezichtigen
iem. van iets betichten {verb}
jdn. etw.Gen. verdächtigen
iem. van iets verdenken {verb}
jdn. etw.Gen. zeihen [geh.]
iem. van iets betichten {verb}
Einmaleins {n} (etw.Gen.) [fig.] [Grundkenntnisse]
abc {het} (van iets) [fig.] [eerste beginselen]
auf Bitten [+Gen.]
op verzoek van
auf Ersuchen [+Gen.]
op verzoek van
auf Grund [+Gen.]
vanwege {prep} [wegens]
aus Anlass [+Gen.]
naar aanleiding van
im Falle [+Gen.]
in geval van {prep}
in Anbetracht [+Gen.]
gezien {prep}
gelet op {prep}
in Ermangelung [+Gen.]
bij ontstentenis van {prep}
um [+Gen.] willen
omwille van {prep}
etw.Gen. schuldig sein [sich schuldig machen]
zich aan iets schuldig maken {verb}
etw.Gen. überdrüssig werden
iets moe worden {verb}
sich etw.Gen. vergewissern
zich van iets vergewissen {verb}
unter der Leitung [+Gen.]
onder leiding van
sichDat. etw.Gen. sicher sein
zeker zijn van iets {verb}
sich etw.Gen. bewusst werden
zich realiseren {verb}
sich etw.Gen. schuldig machen
zich bezondigen aan {verb}
zich aan iets schuldig maken {verb}
sich wegen etw. [meist Gen., auch Dat.] schämen
zich voor iets schamen {verb}
nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung