|   All Languages   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Engels-Nederlands woordenboek

Dutch-English translation for: voor
  ëéïö...
  Options | Tips | FAQ | Abbreviations

LoginSign Up
Home|New Website|About|Vocab Trainer|Subjects|Users|Forum|Contribute!
English-Dutch Dictionary: voor

NOUN   de voor | de voren
voor {prep}
for
vóór {prep}
before
voor {de} [ploegsnede; rimpel]
furrow
voor {het}
advantage
pro [advantage]
bedankt voor ...
thanks for ...
kort voor ... {prep}
just before ...
shortly before ...
kwart voor
a quarter to
voor iedereen
for all
voor niks {adv}
to no purpose
voor thuisgebruik {adv}
for domestic use
aanmelden voor
to apply for
gelden voor iem./iets
to apply to sb./sth. [be applicable to]
iem. uitmaken voor
to call sb. a/an
iem. voor iets berispen
to scold sb. for sth.
slagen voor
to pass [exam]
voor iets opkomen
to stand up for sth. [to defend sth.]
Voor-Pommeren {het}
Fore Pomeraniageogr.
Western Pomeraniageogr.
stap voor stap {adv}
step by step
voor de afwisseling {adv}
for a change
voor de kust {adv}
off the coast
voor de lol {adv}
for fun
voor de rest
(as) for the rest
voor het eerst {adv}
for the first time
voor zover bekend
as far as it is known
angst hebben voor
to be afraid of
bang zijn voor
to fear
to be afraid of
partij kiezen voor iem.
to side with sb.
voor iets belangstelling hebben
to be interested in sth.
voor zaken reizen
to travel on business
zich voor iem. uitgeven
pass oneself off as sb.
zich voor iem./iets schamen
to be ashamed of sb./sth.
stopcontact {het} voor scheerapparaten
shaver outlet [Am.]
in voor- en tegenspoed
for better or (for) worsezeg.
voor de middellange termijn {adj} [pred.]
medium-term [attr.]
een stokje voor iets steken
to put a stop to sth.zeg.
een zwak hebben voor iem./iets
to have a weak spot for sb./sth.
iem. ter verantwoording roepen (voor iets)
to call sb. to account (for sth.)
iem. voor het gerecht dagen
to sue sb.
Nobelprijs {de} voor de Vrede
Nobel Peace Prize
Dat geldt ook voor haar.
That goes for her too.
een lust voor het oog
a sight for sore eyeszeg.
Kijk uit voor de hond!
Beware of the dog!
onzichtbaar voor het blote oog
invisible to the naked eye
voor het vierde achtereenvolgende jaar {adv}
for the fourth year in succession
een appeltje voor de dorst bewaren [fig.]
to save sth. for a rainy day [idiom]spreekw.
Afscheid voor beginners
The Beginner's Goodbye [Anne Tyler]lit.F
Koningin voor duizend dagen
Anne of the Thousand Days [Charles Jarrott]filmF
back to top | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | contact / privacy
Dutch-English online dictionary (Engels-Nederlands woordenboek) developed to help you share your knowledge with others. More information
Links to this dictionary or to single translations are very welcome! Questions and Answers
Advertisement