|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: als
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!
Niederländisch-Deutsch-Wörterbuch: als

als {conj} [indien, wanneer]
wenn
als {conj}
wie
als {conj} [indien]
falls
sofern
so [geh.] [falls]
als volgende {adv}
als nächstes
behalve als {conj}
falls nicht
net als {prep}
genauso wie
ook als {conj}
selbst wenn
zowel ... als {conj}
sowohl ... als auch
sowohl ... wie auch
als iets fungeren {verb}
als etw. fungieren
iem./iets als iem./iets beschouwen {verb}
jdn./etw. als jdn./etw. ansehen
iem./iets bestempelen (als iets) {verb} [fig.]
jdn./etw. bezeichnen (als etw.)
iem./iets bestempelen (als iets) {verb} [fig.] [pej.]
jdn./etw. abstempeln (als etw.) [fig.] [mit einer meist negativen Wertung versehen und darauf festlegen]
...als ooit tevoren
... als je zuvor
... als jemals zuvor
als de wiedeweerga {adj} {adv}
blitzschnell [ugs.]
schnell wie der Blitz [fig.]
als gevolg daarvan {adv}
infolgedessen
als gevolg van
als Folge von
Als het moet ...
Wenn es sein muss ...
als het ware {adv} <a.h.w.>
sozusagen
gewissermaßen
gleichsam [geh.]
Amerikaans als appeltaart {adj}
durch und durch amerikanischzeg.
zo groot als
so groß wie
als bemiddelaar optreden {verb}
als Vermittler auftretenrecht
iem. als opvolger aanwijzen {verb}
jdn. zum / als Nachfolger bestimmen
praten als Brugman {verb}
wie ein Buch redenspreekw.
solliciteren bij iem./iets als iets {verb}
sich bei jdm./etw. um etw. bewerben
zich ontpoppen als {verb}
sich entpuppen als
zo helder als koffiedik {adj}
klar wie dicke Tintezeg.
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [hier iron. für etwas Unklares]zeg.
afgaan als een gieter {verb}
sich unsterblich blamierenzeg.
het als iem. in iets proberen {verb}
sich in etw. versuchen
iets/ iem. haten als de pest {verb}
jdm./etw. wie die Pest hassenzeg.
liegen als een almanak {verb}
lügen wie gedrucktzeg.
zinken als een baksteen {verb}
sofort und schnell sinkenzeg.
(zo) licht als een veer {adj} [achtergeplaatst]
federleichtzeg.
(zo) licht als een veertje {adv}
(so) leicht wie eine Federzeg.
Als de kat van huis is, dansen de muizen op tafel.
Ist die Katze aus dem Haus, tanzen die Mäuse auf dem Tisch.spreekw.
Als je het over de duivel hebt ...
Wenn man vom Teufel spricht ...zeg.
Als je van de duivel praat ...
Wenn man vom Teufel spricht ...zeg.
Dat is iets als dertien in een dozijn.
Das ist etwas (ganz) Alltägliches.zeg.
Dat staat als een paal boven water.
Das ist so sicher wie das Amen in der Kirche.zeg.
Het klinkt als muziek in mijn / de oren.
Das ist Musik in meinen / den Ohren.zeg.
Das klingt wie Musik in meinen / den Ohren.zeg.
Hij weert zich als een kat in de krullen.
Er wehrt sich mit Händen und Füßen.zeg.
Ik kan hem missen als kiespijn. [omg.] [idioom]
Er kann mir gestohlen bleiben. [ugs.] [Redewendung]
Men moet het ijzer smeden als het heet is.
Man soll das Eisen schmieden, solange es heiß ist.zeg.
Wat baten kaars en bril, als de uil niet zienen wil.
[Was nützen Kerze oder Brill', wenn die Eul' nicht sehen will.]zeg.
zo arm als een kerkmuis
so arm wie eine Kirchenmauszeg.
zo dom als het achtereind van een varken {adj}
strohdummzeg.
zo gek als een achterdeur {adj}
total verrücktzeg.
zo glad als een aal
so glatt wie ein Aalzeg.
zo klaar als een klontje {adj}
klar wie Kloßbrühe [ugs.] [völlig klar]zeg.
zo onschuldig als een lammetje {adj}
so unschuldig wie ein Lammzeg.
als de dood voor iets zijn {verb}
etw. fürchten wie der Teufel das Weihwasser [Redewendung]
als een paal boven water staan {verb}
todsicher sein [ugs.]zeg.
als twee druppels water op elkaar lijken {verb}
sich gleichen wie ein Ei dem anderen
als warme broodjes over de toonbank gaan / vliegen {verb} [omg.]
weggehen wie warme Semmeln [ugs.]zeg.
iem. laten vallen als een baksteen {verb}
jdn. fallen lassen wie eine heiße Kartoffelzeg.
lachen als een boer die kiespijn heeft {verb} [idioom]
gute Miene zum bösen Spiel machen [Redewendung]
lelijk als de nacht zijn {verb}
hässlich wie die Nacht sein [ugs.]zeg.
leven als een vis in het water {verb}
sich wie ein Fisch im Wasser fühlenzeg.
met iem. spelen als de kat met de muis {verb}
mit jdm. Katz und Maus spielenzeg.
op iemands maag liggen als een baksteen {verb} [ook fig.]
jdm. schwer im Magen liegen [auch fig.]zeg.
uit de kast komen (als iem./iets) {verb}
sich outen (als jd./etw.)
zich weren als een kat in de krullen {verb}
sich mit Händen und Füßen wehrenzeg.
Als in een donkere spiegel [Ingmar Bergman]
Wie in einem SpiegelfilmF
Asterix als gladiator
Asterix als Gladiator [Asterix, Ausgabe Nr. 3]lit.F
nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung