|   Alle Sprachen   
EN   SV   IS   RU   RO   FR   IT   SK   NL   PT   FI   LA   ES   HU   NO   BG   HR   CS   DA   TR   PL   EO   SR   SQ   EL   BS   |   FR   SK   IS   ES   NL   HU   RO   PL   SV   NO   RU   FI   SQ   IT   DA   CS   PT   HR   BG   LA   EO   SR   BS   TR   EL

Duits-Nederlands woordenboek

Deutsch-Niederländisch-Übersetzung für: laten
  äöüß...
  Optionen | Tipps | FAQ | Abkürzungen

LoginRegistrieren
Home|New Website|About|Vokabeltrainer|Fachgebiete|Benutzer|Forum|Mitmachen!
Niederländisch-Deutsch-Wörterbuch: laten

VERB   laten | liet | gelaten
laten {verb}
lassen
iem. iets laten horen {verb}
jdm. etw. vorspielenmuziek
iem. laten schrikken {verb}
jdn. erschrecken
iem. laten uitrazen {verb}
jdn. sich austoben lassen
iem. laten weten {verb}
jdm. Bescheid sagen
iem./iets laten stoppen {verb}
jdn./etw. anhalten
iets laten schieten {verb} [omg.]
etw. sausen lassen [ugs.]
laten accepteren {verb}
akzeptieren lassen
laten gaan {verb}
gehen lassen
laten schrikken {verb}
erschrecken
laten vallen {verb}
fallen lassen
laten zakken {verb}
senken
laten zien {verb}
vorzeigen
Laten wij gaan!
Gehen wir!
Lass uns gehen!
Lasst uns gehen!
buiten beschouwing laten {verb}
außer Betracht lassen
een scheet laten {verb} [omg.]
furzen [ugs.]
pupsen [ugs.]
einen fahren lassen [ugs.]
een wind laten {verb}
furzen [ugs.]
pupsen [ugs.]
einen fahren lassen [ugs.]
iem. met vrede laten {verb}
jdn. in Ruhe lassen
jdn. in Frieden lassen
iem./iets links laten liggen {verb} [fig.]
jdn./etw. links liegen lassen [fig.]zeg.
iets (maar) blauwblauw laten {verb}
etw. auf sich beruhen lassen
iets buiten beschouwing laten {verb}
etw. außer Acht lassen
met rust laten {verb}
in Ruhe lassen
zich laten bezwangeren {verb}
sich schwängern lassen
zich laten uitwaaien {verb}
frische Luft schnappen gehenzeg.
Leven en laten leven.
Leben und leben lassen.zeg.
de moed laten zakken {verb}
den Mut verlieren
geen gelegenheid laten voorbijgaan {verb}
keine Gelegenheit versäumen
het erop laten aankomen {verb}
es darauf ankommen lassen
het hoofd laten hangen {verb} [idioom]
den Kopf hängen lassen [Idiom]
iem. in de steek laten {verb}
jdn. im Stich lassenzeg.
zijn spierballen laten zien {verb} [idioom]
seine Muskeln spielen lassen [Redewendung]
de natuur de vrije loop laten {verb}
der Natur ihren Lauf lassenzeg.
de natuur op zijn beloop laten {verb}
der Natur ihren Lauf lassenzeg.
Gods water over Gods akker laten lopen {verb}
den lieben Gott einen guten Mann sein lassenzeg.
iem. laten vallen als een baksteen {verb}
jdn. fallen lassen wie eine heiße Kartoffelzeg.
zijn emoties de vrije loop laten {verb} [idioom]
seinen Gefühlen freien Lauf lassen [Idiom]
nach oben | home© 2002 - 2024 Paul Hemetsberger | Impressum / Datenschutz
Dieses Deutsch-Niederländisch-Wörterbuch (Duits-Nederlands woordenboek) basiert auf der Idee der freien Weitergabe von Wissen. Mehr dazu
Links auf dieses Wörterbuch oder einzelne Übersetzungen sind herzlich willkommen! Fragen und Antworten
Werbung